Bij kleine kinderen staan we te springen als we het eerste woordje horen. Het maken van geluid vinden we al prachtig, als de kleine woorden gaat vormen wordt ons enthousiasme alleen maar nog groter. Iedereen helpt mee om de woordenschat te vergroten door steeds woorden te herhalen en te roepen dat ze het goed doen als we geïmiteerd worden. We vinden het fantastisch als er een hele zin uitkomt of als het kind duidelijk kan maken wat het wil.

We groeien op, we leren de taal en ons basaal uit te drukken. Onze ideeën op papier te zetten of onder woorden te brengen. We geven een spreekbeurt op school, doen mondelinge examens en verdedigen een onderzoek of doctoraat. En daarna is het klaar want we kunnen praten, discussiëren misschien debatteren. Punt.

Was communicatie maar zo eenvoudig.

Ik heb me altijd verbaasd over de veronderstelling dat je het goed voeren van gesprekken niet zou hoeven oefenen. Ik kom mensen tegen in een training ‘Mondelinge communicatie’ die verontwaardigd zijn dat het geven van argumenten niet voldoende is. “Maar, ik had gelijk“, vertelde een deelnemer mij eens. “De berekeningen klopten, ik had de bewijzen op papier en ik heb het goed en duidelijk uitgelegd. Maar, mijn idee en aanpak werden toch niet overgenomen.”
Toen ik deze deelnemer vroeg welke conclusie hij daaruit trok, vertelde hij me dat het een bewijs is dat die mensen niet te vertrouwen waren. Dat ze een verborgen agenda moesten hebben. De communicatie stopte. Hij had de bewijzen in zijn hand. Het was duidelijk dat hij gelijk had en toch kreeg hij niet wat hij wilde.

Was communicatie maar zo eenvoudig. Veel mensen hebben gehoord over lichaamstaal en de emotie die bepalend is. Maar, op school wordt het niet onderwezen. Velen hebben er geen les in gehad en hebben er niet mee geoefend.

“Ik wilde niet manipuleren”, zei de deelnemer. “Ik had het bewijs en dat moet toch genoeg zijn?”

Er is zoveel te leren en te trainen rond het voeren van gesprekken!

Het is één ding om inhoudelijk gelijk te hebben en een ander om uiteindelijk gelijk te krijgen. Communicatie ligt niet enkel bij de inhoud, waar we ons hele leven in getraind zijn. Communicatie heeft met zoveel meer te maken.
De toon, het vermogen om het ritme van een gesprek te sturen of te doorbreken, onze houding.
In hoeverre we in staat zijn om onbevooroordeeld naar een ander te luisteren of bewust te zijn van onze oordelen?
Zijn we in staat om echt stil te zijn en die stilte te laten werken voor de anderen en voor onszelf?
Zijn we oprecht nieuwsgierig naar de uitkomst van het gesprek?
En zijn we ons bewust dat een gesprek nooit is afgelopen maar enkel op pauze staat als we van elkaar weglopen?
Dat de volheid van een gesprek aan de intentie en onze betrokkenheid ligt?
Dat je soms de interactie moet laten landen om vervolgens weer verder te kunnen.
Dat open zijn en geven in een gesprek de helft is van het gesprek.
Dat jij voorkeuren hebt hoe je een gesprek voert en dat die heel anders kunnen zijn dan degene die je spreekt.
Dat het bijzonder is als je hetzelfde van het gesprek onthoudt als je gesprekspartner.
Dat je indruk kan maken door enkel te luisteren.
Dat je ogen spreken, dat je achter de ogen van de ander kan kijken en zien wat daar leeft.
Dat afspraken niet voor iedereen hetzelfde betekenen en ook niet even zwaar tellen.

Er is zoveel te leren en te trainen rond het voeren van gesprekken! Daarom ben ik altijd verbaasd als ik iemand hoor zeggen in een training “O, dat heb ik al gehad, dat ken ik al”. En wat heerlijk om iemand te horen zeggen: “Wauw, er gaat een hele nieuwe wereld voor me open!” Dan denk ik ja, dat klopt. Een wereld die we nog net zijn begonnen te ontdekken.

_______________________________

Deze blog is geschreven door Caroline van Veggel. Door haar ervaring in werken met mensen rondom inlevingsvermogen, communiceren, impact op anderen en in het theater kunnen we haar een doorgewinterde specialist in Communicatie & Storytelling noemen.